STATIG WOONHUIS uit omstreeks 1860, van harmonische architectuur en van oudheidkundige waarde, van algemeen belang als onderdeel van de 19e eeuwse stadsuitleg.

Witgepleisterd vrijstaand herenhuis uit 1860 in late neoclassicistische stijl. Het diepe pand bestaat uit een lage benedenverdieping en een belétage: de breedte bedraagt drie vensterassen waarvan de middelste als risaliet is behandeld en boven de kroonlijst een attiekverdieping bezit, bekroond door een fronton. Omlopend schilddak. Boven de deur een balcon op voluutconsoles en voorzien van een houten balustrade. Het middenvenster in de risaliet draagt een kroonlijst op consoles in een op Lodewijk XVI stijl geínspireerde vorm. De verdiepingsvensters in de terugliggende gevelgedeelten hebben gietijzeren raanhekjes. Een vrijwel identiek tegenhanger bevindt zich aan de tegenoverliggende zijde van de straat (nr. 18).