Jozef Israëlsplein 36

toon op de kaart
  • Status
    Gemeentelijk Monument
  • Architect
    Mondt, A.
  • Bouwstijl
    Traditionalisme
  • Wijk
    Benoordenhout
  • Bouwjaar
    1921-1923
Registerblad 

Fundatie van de Vrijvrouwe van Renswoude, gebouwd in 1921-1923 naar ontwerp van de architect A. Mondt jr. Het in 1564 gestichte Burgerweeshuis en de in 1754 uit een legaat van Maria Duyst van Voorhout, douairière van Frederik Adriaan Baron van Reede, Vrijheer van Renswoude gestichte Fundatie van de Vrijvrouwe van Renswoude, aanvankelijk aan het Westeinde gevestigd, betrokken in 1923 het huidige pand aan het Jozef Israelsplein.

Het in baksteen opgetrokken gebouw in traditionalistische stijl bestaat uit vier vleugels van twee bouwlagen onder pannen schilddaken rond een, thans overdekte, binnenplaats. De voorgevel vertoont risalerende hoekpartijen en in de middelste travee van het terugliggende geveldeel de getoogde ingangsportiek met natuurstenen trap en bordes. De uitspringende gootlijst wordt gedragen door houten consoles. De hoekpartijen van de voorgevel bezitten bakstenen hoeklisenen met geornamenteerde, terracotta kapitelen. Tegen de zijgevels bevinden zich uitgebouwde, rechthoekige trappehuizen, gedekt door schilddaken die tegen het hoofddak aansluiten. Tussen de vooruitspringende hoekpartijen aan de zijgevels bevinden zich serre-uitbouwen, die in recente tijd van verdiepingen zijn voorzien. Voordeur en bovenlicht met smeedwerk in Art Déco. De beide trappehuizen bezitten tegellambrizeringen, leuningen van smeedijzer met koperen ornamenten en ramen met glas-in-lood in Art Décostijl.
De achtervleugel bevat in het midden de oorspronkelijke eetzaal met betimmering en cassetteplafond. In de vestibule is een gedenksteen aangebracht met de tekst: 'Dit gebouw is geopend op 25 september 1923 door Mr. J.A.N. Patijn, burgemeester van 's_Gravenhage en ingewijd door Prof. Dr. J.A. Cramer, Mr. H. Hemmingson voorzitter, H.D. Pierson, Jhr. Mr. J.A. de Jonge, Regenten, Jhr. Mr. JA van Reenen rentmeester, Mevrouw M.M.J.A. Beelaerts van Blokland-Gevers Deynoot, Baronesse A.M.E.C. van Vredenburch-Havelaar, Douair. C.F. Huydecoper-Rasch Regentessen. A. Mondt Jr. architect.
In de voorvleugel bevindt zich op de linkerhoek de regentenkamer in neo-Lodewijk XV-stijl met betimmeringen, marmeren schoorsteenmantel waarvan de boezem is versierd met stucwerk, twee buffetkasten waarin Chinees porcelein en Engels kristal, een door een toog naar de kamer geopende erkeruitbouw en twee dessus-de-portes in l8de-eeuwse trant met putti. Tegen de schouwboezem een gesneden omlijsting met wapenschilden, waarin eertijds het portret van Maria Duyst van Voorhout door Nicolaes Maes (het schilderij ontvreemd en vervangen door een foto). Voorts twaalf l8de-eeuwse stoelen, een stoel met tegen de rugleuning geborduurd wapen (1919), twee penanttafels (l8de eeuw) waarboven spiegels en een zonneklok (l8de eeuw). Metalen lichtkroon in Lodewijk-XV-stijl. In de vestibule vier wapenborden van regenten en regentessen in vergulde houten omlijstingen met snijwerk in Lodewijk XV-stijl, l8de-19de eeuw. Voorts een stichtingssteen uit 1754 (?) van de Fundatie met de naam van Marie Duyst van Voorhout, vrijvrouwe van Renswoude. In de gang een schilderij van een Haarlems meester uit 1762: Martha droogt de voeten van Jezus. Voorts een l7de-eeuwse toogkast, een spiegel in met houtsnijwerk in Lodewijk XV-stijl versierde lijst en twee mahoniehouten dekenkisten. In de vestibule een bank met rijk snijwerk in Lodewijk XIV-stijl, ca. 1700.
Het gebouw wordt omgeven door een uitgestrekte tuin met hoog geboomte en een tuinmuur met gemetselde pijlers, voorzien van hardstenen dekplaten, waartussen ijzeren hekken op een gemetselde voet. Langse de Neuhuyskade bevindt zich een bakstenen tuinmuur met lisenen, nissen en een ezelsrugafdekking. Tegen een muur in de tuin is het gebeeldhouwde wapen met kroon en decoratieve Lodewijk XIV-omlijsting van Maria Duyst van Voorhout aangebracht, uitgevoerd in zandsteen.

Pand van algemeen belang voor de gemeente Den Haag wegens de architectuur-historische, geschiedkundige, sociaal-historische en typologische waarde. De architectuur-historische waarde ontleent het gebouw aan zijn betekenis als voorbeeld van de tradionalistische richting in de architectuur uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. De geschiedkundige waarde vloeit voort uit de betekenis als uit de 16de eeuw daterend weeshuis dat in de l8de eeuw samenging met de toen gestichte Fundatie van de Vrijvrouwe van Renswoude. Als zodanig is het gebouw met zijn door bestemming verbonden inventaris tevens van belang uit sociaal-historisch oogpunt. De typologische waarde bezit het als voorbeeld van een voor een liefdadig-pedagogische bestemming opgericht gebouw uit het tweede decennium van de 20ste eeuw.