Korte Poten 32

toon op de kaart
  • Status
    Gemeentelijk Monument
  • Wijk
    Centrum
  • Bouwjaar
    17e eeuw
Registerblad 

Een van oorsprong zeventiende eeuws bestaande uit een voorhuis met voorgevel aan de Korte Poten, tussenlid en achterhuis. Het voorhuis bezit een afgewolfd zadeldak waarvan de nok loodrecht staat op de richting van de straat. Links tegen de achtergevel van het voorhuis is een tweelaags verbindingslid een aansluitend hierop een tweelaags achterhuis. Dit achterhuis staat met zijn achtergevel tegen de achtergevel van het pand Herenstraat 21.

De Korte Poten is als sinds de zestiende eeuw een straat waar bedrijvigheid en handel waren geconcentreerd. Rond 1850 doet het winkelconcept zoals wij dat nu kennen haar intrede en worden veel woonhuis- en bedrijfspuien in de bestaande bebouwing vervangen door winkelpuien. De voortschrijdende cityvorming van de binnenstad en daarmee het alsmaar belangrijker worden van de winkelfunctie voor de Korte Poten zorgt ervoor dat vanaf 1875 veel van de oude panden wordt gesloopt of zodanigĀ  verbouwd dat er sprake is van een ware metamorfose. Het pand Korte Poten 32 is een goede representant van de nog bewaard gebleven oudere bebouwing van voor 1875 met een goed verlopen transformatieproces. De sierankers en delen van het metselwerk van de voorgevel, de gehele achtergevel en de kapconstructie zijn zeventiende eeuws. Waarschijnlijk behoort het pand daarmee tot de panden die in circa 1610 aan de Korte Poten werden gebouwd. Ook de hoodindeling van het voorhuis, waarbij de achterste helft voorzien is van een souterrain waarboven een insteekverdieping, dateert hoogstwaarschijnlijk uit die periode. Het is zeer waarschijnlijk dat ook in het opgaand muurwerk en de balklagen delen van het oude casco bewaard zijn gebleven. In de loop van de 18de eeuw of rond 1800 is de voorgevel verhoogd tot een lijstgevel. Daarbij is ook het zadeldak aan de voorgevel voorzien van een wolfeind. Gelet op het forse kozijn in de zijgevel van het tweelaags verbindingslid moet dit bouwdeel in de 18de of rond 1800 zijn toegevoegd. Het achterhuis dateert ook uit die bouwperiode. In de 19de eeuw hebben diverse verbouwingen aan het pand plaatsgevonden. Zo zijn rond het midden van die eeuw verschillende ramen vervangen: in de voorgevel op de zolderverdieping en in de achtergevel op de eerste verdieping (boven de insteekverdieping). Ongeveer tegelijkertijd zijn ook aanpassingen aan het interieur uitgevoerd. Zo dateren de schouwmantels op de insteekverdieping en in de voorkamer van de eerste verdieping uit het midden of de tweede helft van de 19de eeuw. De plaatsing van de mantels kan overigens ook tegelijk met een verbouwing rond 1880 zijn geschied. Want rond 1880 is een verbouwing uitgevoerd waarbij het pand werd verbouwd tot winkel. De winkelpui dateert uit deze tijd, alsmede het stucplafond in neo-rococo stijl in de voorste helft van de winkel. Opmerkelijk in de winkel is de vierdelige houten pui in classicistische stijl tussen winkel en insteekverdieping. In de 17de eeuw komen dergelijke puien tussen voorhuis en insteekverdieping vaak voor. De huidige houten pui in neo-classicistische stijl dateert echter uit dezelfde tijd als de winkelpui.

Het pand is van bouwhistorische en architectuurhistorische waarde vanwege de in oorsprong zeventiende eeuwse opzet en het goed afleesbare transformatieproces dat volgde. Cultuurhistorische waarde heeft het pand omdat het een goede representant is van de nog bewaard gebleven oudere bebouwing van voor 1875. Deze oudere bebouwing geeft de Korte Poten in belangrijke mate haar historische identiteit.

meer weten 
Het juweliersbedrijf Dreese wordt al door vier generaties van de familie geleid. Het bedrijf begon in 1885 als een kleine diamantslijperij waarna men al snel begon met de verkoop van zilveren voorwerpen aan huis. Sinds 1918 is Dreese aan de Korte Poten gevestigd. Het pand dat de firma betrok behoort tot de eerste die omstreeks 1610 aan de Korte Poten werden gebouwd. Dat is in het interieur nog steeds duidelijk te zien aan de insteekverdieping boven het souterrain achter in de winkel. Een dergelijke opzet past bij de vroege zeventiende eeuw waarbij vanuit de insteekverdieping de handel in het voorhuis in de gaten kon worden gehouden. Rond 1880 werd het pand tot winkel verbouwd. Uit deze tijd dateren de winkelpui en het stuukplafond van de winkel dat in neo-rococo stijl is uitgevoerd. De pui van blank gevernist hout is vrij sober. De indeling is symmetrisch met de voordeur in het midden en twee etalagevensters aan weerszijden. De pilasters en het grotendeels aan het zicht onttrokken hoofdgestel zijn spaarzaam gedecoreerd. Binnen valt direct op hoe hoog de ruimte is. Dit wordt nog versterkt door de grote houten pui met vier ramen van de insteekverdieping achter in de winkel. Waarschijnlijk dateert deze pui uit dezelfde tijd als de winkelpui. De vormgeving is sober met eenvoudige pilasters en een hoofdgestel en onderlangs een brede borstwering met panelen. De rand is benut om glanzende zilveren borden en kandelaars op te zetten. Onder deze verdieping bevindt zich het souterrain met een eenvoudig balkenplafond dat bij de winkel hoort en via een trapje te bereiken is. De schuifdeuren in het souterrain zijn voorzien van glas-in-lood in art nouveau. De winkel is sfeervol ingericht. Aan weerszijden van een loper staan lange toonbanken, waarachter in prachtige vitrinekasten het zilver en de juwelen verleidelijk zijn uitgestald. Afgedaald in het souterrain vindt de klant nog meer kasten met allerlei fraais op zilvergebied. Het plafond met de fijne rococomotieven en het beige bloemenbehang passen geheel in deze stijlvolle ambiance, waar de klant in alle rust zijn keuze kan bepalen.