Nieuwe Molstraat 24

toon op de kaart
  • Status
    Gemeentelijk Monument
  • Wijk
    Centrum
  • Bouwjaar
    1600-1650
Registerblad 

Pand, oorspronkelijk woonhuis uit de eerste helft van de 17de eeuw, bestaande uit een voorhuis en een door een plaatsje daarvan gescheiden achterhuis. Het voorhuis bestaat uit twee bouwlagen met een kapverdieping en telt drie vensterassen. Het met pannen gedekte zadeldak sluit aan de achterzijde aan tegen een tuitgevel.

De voorgevel vertoont klezoortjes en staafankers en werd in het tweede kwart van de 18de eeuw voorzien van een houten hoofdgestel waarvan de kroonlijst op de hoeken voluutconsoles met rijk gesneden bladwerk in Lodewijk XIV-stijl bezit, In de verdiepingen vensters met authentieke houten kozijnen, waarin de 19de-eeuwse zes- en vierruitsramen bij de in 1992-1993 uitgevoerde restauratie zijn gereconstrueerd. De in 1899 vernieuwde onderpui heeft hoekpenanten in rode verblendsteen met natuurstenen consoles en een ijzeren puibalk met rozetversieringen, waarboven een houten lijst met kleine consoles. Links in deze onderpui een deur met bovenlicht in eenvoudige Art Nouveau-vormen, dat evenals de grote inrijdeuren rechts bij de restauratie is gereconstrueerd.
De gepleisterde tuitgevel aan de achterzijde vertoont vlechtingen, natuurstenen zijdekplaten, staafankers en ontlastingsbogen, In de top een getoogd zoldervenstertje. Voorts in deze gevel een venster met zesruitsschuifraam en twee vensters met stolpramen binnen authentieke houten kozijnen.
Het interieur bevat in de gang een l eikehouten paneeldeur als toegang tot de keldertrap en een eikehouten spiltrap waarvan het bovenste deel in grenehout is uitgevoerd. Op de verdieping een voor- en een achterkamer, gescheiden door een middenbouwmuur en beide overdekt door samengestelde balkenzolderingen. In de achterkamer een in eike- en grenehout uitgevoerde 18de-eeuwse schoorsteenmantel met in de boezem een getoogde spiegelomlij sting. In de voorkamer een Empireschouwnis met getoogde zwart-marmeren omlijsting, voorzien van een sluitsteen met rozetdecoratie.
De kap telt vier grenehouten jukken.

Het achterhuis, gebouwd in de 17de eeuw en in de 19de eeuw verlengd, bezit een wolfdak tussen afgeknotte puntgevels - bij de restauratie in de oude vorm gereconstrueerd - en vertoont in de achtergevel twee 19de-eeuwse, rondbogige zoldervensters met ijzeren harnassen. In de voorgevel een venster met bij de restauratie vernieuwd zesruitsschuif raam.

Pand van algemeen belang voor de gemeente Den Haag wegens de architectuurhistorische en bouwhistorische waarde als goed bewaard gebleven 17de-eeuws huis dat in de18de en 19de eeuw een verantwoord transformatieproces onderging.
 

voorgevel
achtergevel voorhuis
top achtergevel voorhuis
voorgevel achterhuis
achtergevel achterhuis