Pand op de hoek van de Mauritskade, gebouwd in 1909 in eclectische stijl. Het pand bestaat uit een lage parterre, bel-etage, verdieping en zolderverdieping.; de gevel aan de Parkstraat heeft een breedte van zeven vensterassen, die aan de Mauritskade is vier vensterassen breed. De parterre is in hardsteen gebosserd en wordt afgesloten door een cordonlijst. De vensters van de bel-etage bezitten flauw getoogde, geprofileerde omlijstingen en een kleine roedenverdeling. Aan de zijde van de Mauritskade voor de bel-etage een gemetselde erker met natuurstenen balustrade, rustend op troggewelfjes en gedragen door een in hardsteen gebeeldhouwde voluutconsoles. De vensters van de zolderverdieping stoten door in het hoofdgestel van de gevel, dat een kroonlijst met klossen en modillons bezit. De gevel aan de Parkstraat heeft getoogde vensters met geblokte omlijsting, sierankers en twee gevelstenen met gebeeldhouwde omlijsting en de opschriften "anno" en "1909". Het pand bezit rijke interieurs in neo-17de- en 18de- eeuwse trant, wellicht van de fa. Mutters: trappenhuis met rijk gesneden leuningen in neo-Lodewijk XIV stijl, kamers met betimmeringen, schoorsteenmantels en plafonds in neo-renaissancestijl en neo-Lodewijk XVI.

Het pand is een kenmerkend voorbeeld van conservatief-traditionele architectuur uit het begin van de 20ste eeuw, in stijl aansluitend aan de reeks eclectische panden Mauritskade 7-17. Kunsthistorisch van belang zijn de rijke interieurs in diverse neostijlen. De stedebouwkundig belangrijke situering op de hoek van Mauritskade en Parkstraat geeft het pand een toegevoegde waarde als monument