Zgn. Paviljoen von Wied, in 1826-1827 gebouwd door A. Noordendorp in klassieke stijl. De trappartij aan de landzijde wordt geflankeerd door wellicht nog 18e eeuwse beelden van liggende zeegoden.

De vrouw van Willem I, Frederica Louisa Wilhelmina van Pruisen, had een zwakke gezondheid. Op voorstel van opperintendant Van Reede liet de koning daarom een 'huysje aan zee' bouwen. Architect Adrianus Noordendorp, in 1825 aangesteld als Bouwmeester der Koninklijke Paleizen en Landsgebouwen en al eerder gevraagd voor de verbouwing van het paleis aan de Kneuterdijk, kreeg de opdracht. Hij bouwde in 1826 een strandpaviljoen in een sobere classicistische stijl dat de koningin een jaar later op 18 november als verjaardagscadeau kreeg aangeboden. Op een kaart van L. Schweickhardt uit 1832 is het paviljoen aangeduid als Pavillon de la Reine. Het stond op een duin in een geometrisch aangelegde tuin aan een nog bijna maagdelijk Noordzeestrand. Wilhelmina stierf in 1837 en haar drie kinderen erfden het paviljoen. Via hen kwam het in 1881 in bezit van prinses Marie, de dochter van prins Frederik, die getrouwd was met prins Willem von Wied. Aan hem dankt het paviljoen zijn huidige naam. Na een paar eigenaarswisselingen kocht de huidige eigenaar, de Nieuwe of Litteraire Sociëteit De Witte het in 1918. De Witte heeft haar hoofdverblijf aan het Plein en gebruikt het paviljoen als haar buitensociëteit.