Visafslagweg 1; 1bis;1t

gemeentelijke visafslag

toon op de kaart
  • Status
    Rijksmonument
  • Architect
    Schamhart, Sj.
  • Monument nr.
    532287
  • Bouwstijl
    Wederopbouw
  • Wijk
    Scheveningen
  • Bouwjaar
    1961-1964
Registerblad 

Bedrijfsgebouw met kantoor, veilingzaal, op- en overslagruimtes, kade en laadperron.

meer weten 
De 2e gemeentelijke visafslag bestaat uit een grote, langwerpige hal en een dienst- en administratiegebouw aan de kop. De sheddaken en de uitstekende V-vormige liggers vormen een verticaal ritme in de gevel als tegenwicht voor de horizontaliteit van hoofdopzet en luifels. De grote afslaghal is een kolomloze hal van 345 meter lang, 26 meter breed en 9 meter hoog. In het midden van de afslaghal bevindt zich het kantoor van de halchef, van waaruit de gehele ruimte is te overzien. De hal is verdeeld in traveeën van 15 meter. De overspanning wordt gevormd door geprefabriceerde voorgespannen V-liggers. De dakvlakken zijn samengesteld uit elementen van 14 bij 1,30 meter. 23 sheds met een breedte van 15 meter voorzien van groen zonwerend glas zorgen voor lichttoetreding vanuit het noordoosten, zodat er geen direct zonlicht binnenvalt. Daglicht was vereist om de kwaliteit van de vis te kunnen beoordelen. De gevels bestaan uit verticaal geplaatste geprefabriceerde betonnen gevelelementen. Aan de landzijde bevindt zich een laadperron op 1 meter hoogte. Per travee zijn er drie hefschuifdeuren. De loskade voor de kotters is drie meter breed en gedeeltelijk overdekt door een luifel. Ook hier wordt dus direct zonlicht geweerd. Ook de gevels aan de waterkant bevatten per travee drie hefschuifdeuren. Het dienstgebouw bevat de haringafslaghal, een kantine en voorts kantoorruimte en douche- en kleedruimtes voor het havenpersoneel. De haringafslaghal is amfitheatergewijs gebouwd en biedt plaats aan 150 mensen. Naast de afslaghal ligt de kantine. Beide grote ruimtes zijn in het exterieur gemarkeerd door de schuine vormen van gevel en vloer en een sheddak. De overige ruimtes van het dienstgebouw zijn in een rechthoekig bouwlichaam ondergebracht. In het midden van het dienstgebouw bevindt zich een hal met vide en trappenhuis. De binnenwanden van de centrale hal en een deel van de entree zijn voorzien van een betonreliëf van Aat Verhoog. De gevels van het dienstgebouw worden gedomineerd door stroken vensters en borstweringen. Een terugliggende onderbouw is gesloten van karakter en betegeld. Beeldend kunstenaar: A. (Aat) Verhoog (betonreliëf) Binnen het complex levert de hal bij uitstek een voor de wederopbouwperiode karakteristiek beeld op. Dat wordt vooral veroorzaakt door het schitterende en sculpturale lijnenspel dat de in het zicht gelaten constructie van de wanden en het plafond in combinatie met de grindbetonnen wandreliëfs opleveren. De abstracte reliëfs zijn gemaakt door schilder en beeldhouwer Aat Verhoog en beslaan drie wanden met een oppervlakte van 500 m2. De entreehal is twee bouwlagen hoog en ontvangt veel licht via een reeks ramen die vlak onder het dak zijn geplaatst. Vanuit de hal leidt een open trap naar een omloop waarlangs men de kantoorruimtes kan bereiken. Aan de linkerzijde (gezien in de richting van de trap), de enige waar geen reliëfs zijn aangebracht, grenst de hal aan de kantine. Door de vloer van de omloop heen steken de staanders waar het dak aan die zijde op rust. Ze ontlenen hun markante uiterlijk aan de platen lichtgeschuurd beton, die hen omgeven en die naar beneden toe schuin aflopen. Waar ze door de vloer van de omloop steken, is ter bescherming een hekje geplaatst. Geheel karakteristiek voor deze tijd is in de hal de trapeziumvorm veelvuldig toegepast. Het mooist is dit gedaan bij de twee openingen in de wand waardoor men vanuit de gang naar beneden kan kijken. Zij maken op subtiele wijze onderdeel uit van de belijning van het reliëf.