Goudsbloemlaan 131-133, Segbroeklaan 618

2e Vrijzinnig Christelijk Lyceum

toon op de kaart
  • Status
    Rijksmonument
  • Architect
    Oud, J.J.P.
  • Monument nr.
    530907
  • Bouwstijl
    Wederopbouw
  • Wijk
    Bomen en Bloemenbuurt
  • Bouwjaar
    1956
Registerblad 

Omschrijving van het complex

Inleiding
Het complex TWEEDE VRIJZINNIG CHRISTELIJK LYCEUM (thans -2009- Segbroekcollege) bestaat uit het LYCEUM, de bijbehorende CONCIERGEWONING en het SCHOOLPLEIN met TUIN rondom de beide gebouwen. Het lyceum werd gebouwd in de periode 1949-1956 naar ontwerp van architect J.J.P. Oud en is gelegen op een segmentvormige strook grond tussen de Segbroeklaan en de Goudsbloemlaan, een vorm die mede de grondvorm van de school bepaalde. Het lyceum werd gebouwd op de in de gedurende de oorlogsjaren ontruimde en als Sperrgebiet ten behoeve van de Atlantikwall ingerichte weststrook van Den Haag. In 1946 oorlog ontwierp W.M. Dudok het wederopbouwplan Sportlaan-Zorgvliet, waarbinnen de school gelegen is. Oud en Dudok hadden regelmatig contact over de locatie, hoogte en vorm van het lyceum. Oud wilde zijn functionalistische architectuur laten aansluiten bij de ontwikkelingen in het onderwijs en in de stedenbouw en zette zich af tegen de ontwikkeling om standaardscholen te bouwen. In de school zijn principes uit het Daltononderwijs toegepast, zoals vaklokalen voor de leerkrachten.

Omschrijving
Het LYCEUM, dat uit drie bouwdelen bestaat, ligt ten noorden van het schoolplein. Bij de entree tot het schoolplein aan de Goudsbloemlaan, ligt de CONCIERGEWONING, eveneens naar ontwerp van Oud. Het SCHOOLPEIN met aansluitende TUIN strekken zich hierachter uit en vormen de toegang tot de hoofdentree van de school. De achterzijde van de school is aan de Segbroeklaan gesitueerd, een van de belangrijkste verkeersaders in de stad. De school wordt aan de Segbroeklaan geflankeerd door het flatgebouw Segbroeklaan 508-614 uit 1953-1957 naar ontwerp van architect Piet Zanstra. In de school bevindt zich monumentale kunst van Karel Appel, Wessel Couzijn en Rudi Rooyackers. De conciërgewoning bij de entree is het enige vrijstaande woonhuis dat Oud ontwierp. Op de buitengevels een beeld van kunstenaar Aat van den IJssel Het schoolplein heeft aan de voorzijde van de school een rastervormige bestrating van betonplaten en klinkerbanden (oorspronkelijk deels voorzien van een lage begroeiing) en wordt omgeven door een bestrating met betontegels zodat de ligging van de bouwdelen op het perceel wordt accentueerd. Op het schoolplein enkele boomgroepen. Rondom de school ligt de tuin met gazons en onder andere een schooltuin, bomen en heesters. Een deel van het schoolplein is thans (2009) in gebruik als fietsenstalling. In 2003 werden op twee plaatsen op last van de brandweer twee vrijstaande brandtrappen geplaatst.

Waardering
Het complex TWEEDE VRIJZINNIG CHRISTELIJK LYCEUM van architect J.J.P. Oud, bestaand uit het LYCEUM, de CONCIERGEWONING en het SCHOOLPLEIN met TUIN, is van algemeen belang als toonbeeld van de vroege Wederopbouw vanaf 1940 vanwege: - de sociaal-historische betekenis als zijnde een symbool voor het herrezen Nederland en de toenemende naoorlogse welvaart; - de cultuurhistorische waarde als uitdrukking van onderwijsvernieuwing en toepassing van principes uit het Daltononderwijs, waarbij elke vakdocent een eigen vaklokaal had en de leerlingen tussen de lesuren van lokaal wisselden, en de daardoor veroorzaakte verkeersstromen het noodzakelijk maakten dat er goede verkeersruimten waren zoals een hal en trappenhuizen; - de architectuurhistorische betekenis als voorbeeld van een gaaf bewaard gebleven naoorlogs schoolgebouw, vanwege de bijzondere kwaliteiten van het ontwerp, met zijn zorgvuldige groepering en inpassing van de bouwdelen, detaillering en materiaalgebruik van in- en exterieur, de toepassing van monumentale kunst van Karel Appel, Wessel Couzijn, Rudi Rooyackers en Aat van den IJssel, alsmede de plaats die het gebouw inneemt in het oeuvre van architect J.J.P. Oud;
- de kunsthistorische waarde vanwege de kunstwerken van Appel, Couzijn, Rooyackers en Van den IJssel; - de stedenbouwkundige waarde vanwege zijn situering binnen het wederopbouwplan van W.M. Dudok ter plaatse van een deel van de voormalige Atlantikwall, ingeklemd in het segment tussen Segbroeklaan
en Goudsbloemlaan; - de functionele, compositorische en visuele relatie tussen de complexonderdelen.

Omschrijvingcomplexonderdeel 1

Inleiding
Het SCHOOLGEBOUW van het Tweede Vrijzinnig Christelijk Lyceum (thans -2009- Segbroekcollege) vormt het hoofdonderdeel van het gelijknamige complex en is naar ontwerp van architect J.J.P. Oud gebouwd in de periode 1949-1956. Het gebouw is gelegen op een segmentvormige strook grond tussen de Segbroeklaan en de Goudsbloemlaan, een vorm die mede de grondvorm van de school bepaalde. Oud wilde zijn architectuur laten aansluiten bij de ontwikkelingen in het onderwijs en in de stedenbouw en zette zich af tegen de ontwikkeling om standaardscholen te bouwen. Het lyceum werd gebouwd op de in de gedurende de oorlogsjaren ontruimde en als Sperrgebiet ten behoeve van de Atlantikwall ingerichte weststrook van Den Haag. In 1946 ontwierp W.M. Dudok het wederopbouwplan Sportlaan-Zorgvliet, waarbinnen de school gelegen is. Oud en Dudok hadden regelmatig contact over de plek, hoogte en vorm
van het lyceum. In de school zijn principes uit het Daltononderwijs toegepast, waarbij iedere leraar zijn eigen vaklokaal had en de leerlingen tussen de lesuren van lokaal wisselden. De daardoor veroorzaakte verkeersstromen maakten het noodzakelijk dat er goede verkeersruimten waren zoals een hal en trappenhuizen. Er werden geen werknissen, maar wel een centrale bibliotheek annex studieruimte gecreëerd.

Omschrijving
Het SCHOOLGEBOUW bestaat uit een drietal met elkaar verbonden bouwdelen op een samengestelde plattegrond. Het schoolgebouw is opgetrokken in een betonskelet met gevels van gele baksteen (waalsteen) en geschilderd beton. Het hele gebouw is voorzien van stalen ramen en heeft platte daken. De lange vleugel met theorielokalen, trappenhuis, garderobe op de begane grond en een royale aula op de eerste verdieping is voorzien van een souterrain, is vier bouwlagen hoog en gesitueerd langs de Segbroeklaan. De theorielokalen liggen aan de zuidzijde aan het schoolplein, de gang loopt langs de achterzijde aan de noordzijde. Haaks op deze vleugel staat de drie bouwlagen hoge vleugel waarin entree, hal en het centrale trappenhuis zijn ondergebracht. Tevens bevinden zich hier ondermeer praktijklokalen en een stafruimte in de kop van de vleugel.In de oksel tussen beide vleugels ligt in de linker hoek ligt de hoofdentree tot de school, een lage trap door een grote betonnen luifel overdekt. Aan het andere einde van de lange vleugel is middels een uitpandig en rond trappenhuis de vleugel met het gymnastieklokaal en bijbehorende kleed- en doucheruimten gekoppeld. Deze vleugel is onder een schuine hoek geplaatst ten opzichte van de lange vleugel. De voorgevel van de lange vleugel en de gevels van de dwars geplaatste vleugel kenmerken zich door een horizontale geleding van vensterpartijen en betonnen vlakken, onderbroken door verticale bakstenen stroken en betonnen, lichtblauw danwel wit geschilderde kolommen. Alle stalen vensters hebben een indeling van vierkante en rechthoekige ramen. De achterzijde van de lange vleugel en de gevel op de kop van de dwarsvleugel hebben een meer gesloten karakter en zijn voorzien van kleine vierkante vensters met een iets uitstekende betonnen omlijsting, gekoppelde vensters en vensterstroken (waarvan een aantal is voorzien van lichtblauw geschilderde kolommen) en steektrappen die als nooduitgang voor de aula kunnen fungeren. De achtergevel langs de Segbroeklaan heeft een regelmatige indeling van vensterstroken afgewisseld met wat uitstekende, glazen erkers. Ter plaatse van hal en trappenhuis is de gevel voorzien van een royale vensterpartij. Het ronde trappenhuis tussen lange vleugel en vleugel met gymzaal heeft een overwegend gesloten gevel, die onder de lage, ronde overkapping is voorzien van een rondlopende vensterstrook. De gymzaal is aan de zijde van het schoolplein voorzien van hoge glazen vliesgevels waarachter aan de binnenzijde lichtgeel geschilderde kolommen staan en aan de achterzijde deels van een groot uitstekend vlak met vensters en deels van kleinere vensterstroken. In het interieur is de oorspronkelijke ruimtelijke indeling vrijwel geheel gaaf bewaard gebleven. Het centrale trappenhuis met zijn rechte betonnen steektrappen voor omhoog en omlaag gaand 'verkeer' heeft een prominente plaats. De zijkanten van de trapopgangen zijn in een gele kleur geschilderd. In de lange vleugel bevinden zich aan de zuidzijde -schoolpleinzijde- lokalen en aan de noordzijde lopen de gangen. De garderobe en de hierboven gelegen aula met balkon zijn vrijwel oorspronkelijk qua opzet. In het interieur zijn vele materiaaltoepassingen als beton, baksteen, natuursteen (o.a. Naamse steen in hal en rond trappenhuis), tegels (o.a. lichtblauw en geel), granito (o.a. geel in de wc-groepen) zichtbaar.
De school wordt tevens gekenmerkt door de toepassing van monumentale kunst. In de centrale hal zijn in 1956 tussen hal en garderobe twee wandschilderingen door Karel Appel aangebracht. Tevens bevindt zich in de hal een reliëf van Wessel Couzijn, voorstellende de Emmausgangers. Een ander in de school aanwezig beeld van Couzijn, een Christoforus, is een geschenk van de leraren geweest. Op de uitbouw van de gymzalen aan de zijde van het schoolplein is een beeldengroep van Rudi Rooyackers geplaatst, voorstellende twee estafettelopers, van wie de ene de fakkel der wetenschap overdraagt aan de andere.

Waardering
Het SCHOOLGEBOUW van het Tweede Vrijzinnig Christelijk Lyceum van architect J.J.P. Oud is van algemeen belang als toonbeeld van de vroege Wederopbouw vanaf 1940 vanwege: - de cultuurhistorische waarde als uitdrukking van onderwijsvernieuwing en toepassing van principes uit het Daltononderwijs, waarbij elke vakdocent een eigen vaklokaal had en de leerlingen tussen de lesuren van lokaal wisselden, en de daardoor veroorzaakte verkeersstromen het noodzakelijk maakten dat er goede verkeersruimten waren zoals een hal en ruime trappenhuizen; - de architectuurhistorische betekenis als voorbeeld van een gaaf bewaard gebleven naoorlogs schoolgebouw, vanwege de bijzondere kwaliteiten van het ontwerp, met zijn zorgvuldige groepering en inpassing van de bouwdelen, detaillering en materiaalgebruik van in- en exterieur, de toepassing van monumentale kunst van Karel Appel, Wessel Couzijn en Rudi Rooyackers, alsmede de plaats die het gebouw inneemt in het oeuvre van architect J.J.P. Oud; - de kunsthistorische waarde vanwege de kunstwerken van Appel, Couzijn en Rooyackers; - de stedenbouwkundige waarde vanwege zijn situering binnen het wederopbouwplan van W.M. Dudok ter plaatse van een deel van de voormalige Atlantikwall, ingeklemd in het segment tussen Segbroeklaan en Goudsbloemlaan; - de functionele, compositorische en visuele relatie tussen de complexonderdelen.

Omschrijving complexonderdeel 2

Inleiding
De CONCIERGEWONING, die deel uitmaakt van het complex Tweede Vrijzinnig Christelijk Lyceum (thans -2009- Segbroekcollege), ligt bij de entree tot de school op het schoolplein. Het woonhuis dateert uit de periode 1949-1956 en is ontworpen door architect J.J.P. Oud. Het is het enige vrijstaande woonhuis dat Oud ontwierp.

Omschrijving
De CONCIERGEWONING heeft een rechthoekige plattegrond, is een bouwlaag hoog en voorzien van een plat dak. De woning heeft gevels van gele baksteen (Waalsteen) en geveldelen van blauw geglazuurde handvormsteen. De noordgevel is witgepleisterd en geschilderd. De ramen zijn van staal. De gevelindeling en de indeling van het interieur zijn vrijwel gaaf behouden gebleven. De hoofdentree is inpandig gerealiseerd. Links naast de entree een betonnen bloembak. De gevels aan de zijden van het schoolplein zijn gesloten van karakter en aan de bovenzijde, onder de dakrand voorzien van een doorgaande
glasstrook. De zuidzijde van de woning grenst aan de ommuurde privé-tuin en is voorzien van grotere vensteropeningen en entrees. Aan de achterzijde van de woning, is op een dwarsgeplaatste muur die tegen de hoog opgetrokken gevel staat, een kleine sculptuur van majolica in de vorm van een kat van kunstenaar Aat van den IJssel geplaatst.

Waardering
De CONCIERGEWONING die deel uitmaakt van het complex Tweede Vrijzinnig Christelijk Lyceum van architect J.J.P. Oud is van algemeen belang als toonbeeld van de vroege Wederopbouw vanaf 1940 vanwege: - de architectuurhistorische betekenis als voorbeeld van een gaaf bewaard gebleven naoorlogse conciërgewoning, vanwege de bijzondere kwaliteiten van het ontwerp, met zijn zorgvuldige detaillering en materiaalgebruik van in- en exterieur en de toepassing van monumentale kunst van Aat van den IJssel, alsmede de plaats die het woonhuis inneemt in het oeuvre van architect J.J.P. Oud; - de kunsthistorische waarde vanwege de majolica sculptuur van Aat van den IJssel; - de stedenbouwkundige waarde vanwege haar situering op het schoolpein in relatie tot de school en de ligging binnen het wederopbouwplan van W.M. Dudok ter plaatse van een deel van de voormalige Atlantikwall, ingeklemd in het segment tussen Segbroeklaan en Goudsbloemlaan; - de functionele, compositorische en visuele relatie tussen de complexonderdelen.

Omschrijving complexonderdeel 3

Inleiding
Het SCHOOLPEIN met TUIN behorende bij het complex Tweede Vrijzinnig Christelijk Lyceum (thans -2009- Segbroekcollege) is ontworpen in samenhang met school en conciërgewoning door architect J.J.P. Oud en aangelegd in de periode 1949-1956.

Omschrijving
Het SCHOOLPLEIN is geplaveid in een rastervormig blokpatroon van schokbetonnen vierkante platen die door klinkerbanden worden omsloten; het plein en een deel van de school worden omgeven door een bestrating van betontegels. Binnen het raster zijn enkele vlakken gevuld met een lage beplanting en enkele bomen. Door de wijze van bestrating wordt de ligging van de bouwdelen op het perceel geaccentueerd. Rondom het schoolplein en de school ligt een eenvoudig aangelegde TUIN met gazons en onder andere schooltuin, bomen, heesterbeplanting en afscheidingen van hagen. Ten zuiden van het schoolplein ligt de kleine ommuurde privé- tuin van de conciërgewoning.

Waardering
Het SCHOOLPLEIN met TUIN behorende bij het complex Tweede Vrijzinnig Christelijk Lyceum van architect J.J.P. Oud is van algemeen belang als toonbeeld van de vroege Wederopbouw vanaf 1940 vanwege: - de cultuur- en architectuurhistorische betekenis als voorbeeld van een gaaf bewaard gebleven naoorlogs schoolplein met tuin, vanwege de kwaliteit van het ontwerp, met zijn zorgvuldige detaillering en materiaalgebruik, alsmede de plaats die de aanleg inneemt in het oeuvre van architect J.J.P. Oud; - de stedenbouwkundige waarde vanwege de situering van schoolplein en tuin in relatie tot de hierop gelegen school en conciërgewoning en de ligging binnen het wederopbouwplan van W.M. Dudok ter plaatse van een deel van de voormalige Atlantikwall, ingeklemd in het segment tussen Segbroeklaan en Goudsbloemlaan; - de functionele, compositorische en visuele relatie tussen de complexonderdelen.

Segbroekcollege
begrenzing rijksmonument
Opname D. Valentijn, september 2003
Interieur van het ronde verbindingslid tussen de twee hoofdgebouwen van de school.
Interieur van het ronde verbindingslid tussen de twee hoofdgebouwen van de school.
Trappenhuis met raamkoepel
Opname D. Valentijn, 13 september 2003. Kunstwerk van Karel Appel in de central hal.
Opname D. Valentijn, 13 september 2003.
Opname D. Valentijn, september 2003
entreehal schildering Karel Appel
kunstwerk van een van de voormalige leraren
Plaquette eerste rector G. Kasemier.
Detail entree Goudsbloemlaan
Podium voor modellen in het tekenlokaal
Kasten in tekenlokaal
Wasbak in tekenlokaal
Tekenlokaal
Verwarmingsbuis onder de banken. (voorheen waren dit jassenrekken)
Orgel  aan de zijkant van het podium in de aula
detail trap naar podium aula
orgel op podium in de aula
Orgel op podium in de aula
Zijgevel aula
Een van de originele stoelen met nieuwe bekleding uit de lerarenkamer.
Toegepaste kunst. Beeld van Rudi Rooyackers: twee estafette-lopers waarvan eende fakkel der wetenschap doorgeeft aan de ander.
J.J.P. Oud