Benoordenhoutseweg 227

Nirwana

toon op de kaart
  • Status
    Rijksmonument
  • Architect
    Duiker, J. Wiebenga, J.G.
  • Monument nr.
    46628
  • Bouwstijl
    Nieuwe Zakelijkheid
  • Wijk
    Benoordenhout
  • Bouwjaar
    1927-1929
Registerblad 

Acht bouwlagen tellend APPARTEMENTSGEBOUW, platafgedekt en opgetrokken met behulp van een gewapend beton-constructie - met teruggeplaatste vensters met stalen kozijnen en betonnen onderlijsten - op een vrijwel vierkante plattegrond, waarbij door subtiele variaties de opbouw niet volledig alzijdig symmetrisch is, doch wel steeds een indeling bevat die is gespiegeld langs een door het midden van de veranda's in het midden van de gevel lopende as, die voorts wordt gemarkeerd door matglazen schuttingen, naar ontwerp van J. Duiker en J.G. Wiebenga in Nieuw-zakelijke stijl in 1927-'29.

Het gebouw rust op een half boven de grond uitstekende kelderverdieping waarvan de ZW- en NO-zijden elk een travee zijn uitgebouwd over de volle diepte en welke rondom is voorzien van telkens gekoppelde horizontale vensters met matglasruiten ter verlichting van de als parkeergarage en berging ingerichte ruimten, en aan de ZO-zijde toegankelijk is via een achter een borstwering verscholen trap. De aan de Benoordenhoutseweg gesitueerde hoofdingang - in het midden van de gevel - is bereikbaar via een kwartcirkelronde trap op de zuidhoek die langs een door een borstwering met stalen hek gemarkeerde open galerij leidt naar het halfrond uitgebouwde bordes waaraan de door een eveneens halfronde luifel bekroonde ingangsportiek is gesitueerd. De bel-etage bevat te weerszijden van de centrale trappen- en lifthal kantoor- en woonruimten, waarbij in het midden van de ZW- en NO-gevels een reeks deuren naar de beide kelderplatten is aangebracht, evenals op de hoek, en waarbij voorts drie grote vensters van ongelijke grootte met bovenlichten tussen deze deuren zijn geplaatst; aan de ZO-zijde vult een smal venster de beide hoeken waarop een groot, in drie ongelijke delen verdeeld venster aansluit waarvan het bovenlicht overgaat in een in vijf ongelijke delen verdeelde horizontale vensterstrook, welk motief in verkleinde vorm wordt herhaald te weerszijden van de ingangspartij; ook de NW-zijde bevat een centrale ingangspartij, zij het zonder stoep en luifel, doch gemarkeerd door muurdammen met gebogen verloop; deze is voor het overige gelijk aan de ZO-gevel. De vijf woonverdiepingen daarboven volgen vrijwel hetzelfde vensterschema als de bel-etage, met als belangrijkste verschillen de plaatsing van de veranda's in het midden waarbij aan de NW- en ZO-zijde - in tegenstelling tot de smallere veranda's aan ZW- en NO-zijde - over de volle hoogte een vijf ruitjes brede glaswand per appartement is aangebracht ter verlichting van de direct daaraangrenzende centrale trappenhuizen, alsook de schuine plaatsing van de balcondeuren op de daardoor afgeschuinde hoeken, leidend naar een minuscuul balcon waarvan de onderzijde van de van een stalen hek voorziene borstwering aan de ZO- en NW-zijde verder naar beneden is doorgetrokken dan aan de NW- en ZO-zijde, in overeenstemming met de bredere en smallere tussenstroken van elke bouwlaag ter hoogte van het vloerniveau; voorts is op de westhoek per verdieping een twee vakken diep, buiten het gebouw uitstekend balcon aangebracht, waarbij het balcon van de laagste woonverdieping versmolten lijkt te zijn met het daaronder gesitueerde vertrek dat aan de NO-zijde een venster en aan de ZW-zijde een deur bezit en dat voorts wordt ondersteund door een open constructie van een platte betonnen stijl en balk vanaf de grond; bij de laagste woonverdieping zijn bovendien de zijden van de midden-veranda aan de NW-zijde afgeschuind. De ten opzichte van de overige woonverdiepingen teruggeplaatste en daardoor een omlopende luifel gescheiden bovenbouw - waarin twee zeer grote appartementen zijn ondergebracht - is rondom van een stalen hek met roostervorm voorzien; de wanden van deze bovenbouw bestaan vrijwel geheel uit glas, van afwisselend twee vensters en twee deuren, gescheiden door betonnen muurdammen; ook hier is een omlopende luifel van beton, doch op tweederde van de totale hoogte, aangebracht; aan de ZO- en NW-zijde zijn voorts telkens twee betonnen hijspijlers aangebracht waarvan de dwarse hijsbalken aansluiten op de boven de luifel uitgaande betonlijst, terwijl aan de ZW- en NO-zijde telkens twee schoorstenen zijn geplaatst in het verlengde van de betonnen muurdammen tussen de grote vensters op het dak steekt nog de kubusvormige liftschachtbok in het midden uit, waartegen destijds reclame kon worden aangebracht.

Appartementengebouw van kenmerkend Nieuw-Zakelijke architectuur wegens het welbewust gebruik van gewapend beton, staal en glas als bouwmateriaal zonder enige decoratie en wegens de demonstratie van het niet-dragend karakter van de gevels door de toepassing van schuingeplaatste balcondeuren op de hoeken en van veranda's in het midden, alsmede wegens de aandacht voor een praktische plattegrond - waardoor dienstbodenloze huishoudens mogelijk worden - en voor de algehele functionele indeling van het gebouw - met centrale voorzieningen als verwarming, lift, berging, en de telkens gespiegelde groepering van de appartementen rondom een centrale lift en twee centrale trappenhuizen - alsmede voor een maximale toetreding van licht en lucht; voorts de eerst uitgevoerde poging - zij het als gereduceerd resultaat van een in oorsprong vijf, door middel van galerijen met elkaar verbonden, bouwblokken tellend plan - om door middel van hoogbouw een nieuwe stedebouwkundige en typologische oplossing aan te dragen voor het woningbouwvraagstuk tevens het eerste woningbouwproject van grote pionierswaarde in de particuliere sector tot stand gekomen.
 

detail voor- en linkerzijgevel
detail ingang